Gouden handdrukken in Brabant

maandag 10 september 2007 22:19

Ongetwijfeld hebt u via diverse media de ophef over exorbitante afvloeiingsregelingen (in het verleden) bij de provincie Brabant vernomen. Van verschillende kanten heb ik van partijleden verontwaardigde reacties gekregen die zich toespitsten op de laconieke houding van de plaatsvervangend commissaris Paul Rüpp in de media waaronder het NOS journaal. Ook Rüpp had “de wenkbrauwen gefronst maar graven in het verleden is niet zinvol”.

Ik heb echter de feiten zoals in Brabants Dagblad gepubliceerd als bizar ervaren. Dat in bepaalde situaties een regeling buiten de rechtspositieregeling om moet worden getroffen is te verantwoorden, mist openbaar. Maar wanneer deals worden gesloten waarbij auto’s en huizen zijn betrokken moeten alle alarmbellen gaan rinkelen. Daarnaast is het is voor een transparante overheid niet te billijken dat geheimhouding contractueel wordt vastgelegd. Hierbij frons ik niet alleen mijn wenkbrauwen, ik schaam me diep.

We moeten de situatie echter wel op zijn huidige merites beoordelen. En dan mag ik er gezien de sinds 2003 genomen maatregelen ten aanzien van het personeelsbeleid vanuit gaan dat disfunctioneren nadien niet meer heeft geleid tot deals buiten de rechtspositieregeling om. Een onderzoek door de rekenkamer hiernaar is echter wel noodzakelijk om dit ook daadwerkelijk te kunnen vaststellen. Ook mag ik er vanuit gaan dat afvloeiingsregelingen vanaf nu standaard in een overzichtslijst worden gepubliceerd en zo transparant worden gemaakt. Daarmee heeft GS haar verantwoordelijkheid genomen en geleerd van fouten in het verleden. (zie ook reactie GS zoals hieronder bijgevoegd)

Maar dan verbaasd het me nog des te meer dat de analyse van de feiten, waarop GS blijkbaar haar gewijzigd beleid heeft gebaseerd, aan de openbaarheid zijn onttrokken. Zelfs lopende de zaak door Brabants Dagblad aangespannen heeft GS niet haar verantwoordelijkheid genomen en zo getoond een transparante, en waar nodig doortastende overheid te willen zijn. Ze heeft verzuimd de regels zoals gesteld in de Wet openbaarheid bestuur uit zichzelf na te leven. Ook de Staten zijn gedurende deze procedure niet van informatie voorzien. Tijdens het debat in de statenvergadering van 22 juni heeft GS niet de gelegenheid aangegrepen om openheid van zaken te geven. Waar GS aangeeft dat de Staten de toelichting door gedeputeerde Esssed heeft geaccepteerd betrof dit niet de situaties waarover nu gepubliceerd is. Daarbij komt dat de uitwerking van tenminste één gepubliceerde regeling nog doorloopt tot 2008 en dus op de huidige begroting drukt. Wellicht moet ten overvloede nog maar eens gesteld worden dat voor GS een actieve en geen selectieve informatieplicht geldt zodat de Staten haar controlerende taak kunnen uitoefenen.

Hermen Vreugdenhil
Statenlid ChristenUnie-SGP



PROVINCIE KENT GEEN CULTUUR VAN GOUDEN HANDDRUKKEN
Uit de artikelen die het Brabants Dagblad afgelopen zaterdag wijdde aan een aantal ontslagregelingen die de provincie Noord-Brabant in de periode tussen 1978 en 2003 trof met sommige van haar ambtenaren, zou de onjuiste indruk kunnen ontstaan dat er met belastinggeld gesmeten wordt door het provinciebestuur. Gedeputeerde Essed, portefeuillehouder personeelszaken, heeft tijdens een debat in Provinciale Staten dit voorjaar een toelichting gegeven. De Staten hebben deze toelichting geaccepteerd en gevraagd voorkomende gevallen van afvloeiingsregelingen in een overzichtslijst op te nemen.
De door het Brabants Dagblad genoemde gevallen zijn incidenten. Er is geen sprake van een ruimhartig beleid ten aanzien van het afkopen van arbeidsrechtelijke kwesties. En er bestaat ook niet zo iets als een “non-activiteiten-lijst”.
Sinds 2003 heeft het college van GS een aantal maatregelen genomen om het personeelsbeleid aan te scherpen. Iedere ambtenaar van de provincie heeft meerdere gesprekken per jaar over zijn of haar functioneren. Er worden afspraken vastgelegd, juist om ervoor te zorgen dat mensen op de juiste manier functioneren of daaraan kunnen werken. In iedere organisatie doen zich conflicten voor. Ook bij de provincie, al is dat gelukkig heel weinig het geval. Waar die niet langs de minnelijke weg kunnen worden opgelost, worden die beslecht binnen de geldende arbeidsrechterlijke kaders. Van gouden handdrukken is daarbij geen sprake. Dat de wenkbrauwen gefronst kunnen worden bij de genoemde gevallen is begrijpelijk. Dat heeft dit en het vorige college van GS ook gedaan en daarom passende maatregelen genomen om dit soort zaken niet meer op de manier van de vorige eeuw op te lossen.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Paul Rüpp
Waarnemend Commissaris van de Koningin

« Terug

Archief > 2007 > september

Geen berichten gevonden