Provinciale Staten om de tuin geleid bij verkoop Essent

liegen-t14112vrijdag 22 mei 2009 21:10

Een verkoop van een bedrijf met tientallen publieke aandeelhouders is een complex proces. Hier maak je vooraf dan ook heldere proces afspraken over. Een set spelregels. Zo ook bij de verkoop van Essent. Eén van die afspraken is dat de verkoop pas doorgaat als minimaal 80 % van de aandelen door de overheden wordt aangeboden. Voor RWE een grens waarbij hun bod per aandeel nog in redelijkheid is met het verworven belang. Dat RWE dit percentage graag hoger had gehad blijkt wel uit het feit dat wanneer minder dan 95% van de aandelen wordt aangeboden zelfs een boete van 150 miljoen moet worden opgehoest door de verkopende aandeelhouders. Voor de ‘grootaandeelhouders’ Essent zoals de provincie Brabant met ruim 30% van de aandelen ook belangrijk omdat zij op die manier een kleinere kans lopen om met een minderheidsbelang te blijven zitten in het nieuwe bedrijf RWE/Essent waarin ze weinig invloed uit kunnen oefenen.

In het laatste Statendebat waarin in meerderheid de Staten zich uitsprak vóór de verkoop van Essent bleef een cruciale vraag onbeantwoord. Hoe kan het zijn dat GS tóch beweerd dat RWE ook met een minderheidsbelang genoegen neemt terwijl hier in het verkoopcontract harde afspraken over zijn gemaakt en RWE telkens heeft aangegeven geen genoegen te nemen met minder dan 80%. Hier was de meer dan goede prijs die zij boden ook op gebaseerd.

Nazoek in de documenten die tot afgelopen dinsdag voor de Staten verborgen werden gehouden werpen een ander licht op de zaak.

Een reconstructie voor zover de feiten tot nu toe bij mij bekend zijn.

Het is me gebleken dat RWE en Essent in de periode tussen de eerste en tweede statenvergadering het verkoopcontract hebben aangepast. Deze ‘aanvulling’ is op schrift gesteld direct na een overleg met de aandeelhouderscommissie die de verkoop begeleidt en onder leiding van onze gedeputeerde die met een motie tot niet vervreemding in de achterzak aan de voorzitterstafel zat. In dit contract wordt RWE de mogelijkheid geboden om ook voor minder dan 80% van de aandelen de deal te sluiten als de prijs maar hetzelfde blijft. In een brief van GS aan de Staten, een dag na het opstellen van het nieuwe contract, noemt het college wel deze optie maar informeert de Staten niet over het gewijzigde contract en de voorwaarden die hierbij opgenomen zijn.

Vlak voor de Statenvergadering op vrijdag begon bleek er een brief van RWE te zijn ontvangen waarin zij aangaven dat als Brabant haar aandelen Essent niet zou verkopen RWE ook genoegen zou kunnen (ook willen??) nemen met een lager percentage. In dat geval zal Brabant blijven zitten met een pakket aandelen waarmee we nauwelijks invloed uit kunnen oefenen over de koers van het nieuwe bedrijf. Deze brief aan GS was vertrouwelijk en de Staten mochten die niet inzien. We moesten het doen met enkele citaten. Zowel de brief als het nieuwe contract mochten niet ingezien worden door de Staten. Niet te controleren dus. De ChristenUnie-SGP Statenfractie heeft toen ook een motie ingediend om het besluit tot verkoop op te schorten totdat duidelijk was hoe de feiten er nu daadwerkelijk voorstonden. Deze motie heeft het niet gehaald. GS trok een deel van de weifelende VVD fractie over de streep door hard te stellen dat de deal hoe dan ook toch door zou gaan en waarde van het aandelenpakket van Brabant dan minder waard zou worden.

Nu na afloop de informatie wel door ons naast elkaar gelegd kan worden werpt het een geheel nieuw licht op de zaak. Na het nee van Brabant heeft de aandeelhouderscommissie samen met RWE een situatie gecreëerd waarin het Brabants ja of nee er eigenlijk niet meer toe deed. Het beeld moest ontstaan dat Essent zou hoe dan ook worden verkocht en dat moest de Brabantse Staten over de streep trekken. Onze eigen gedeputeerde heeft hiermee het oordeel van Brabant over de verkoop van Essent buitenspel gezet. Ook heeft ze die move niet aan de Staten medegedeeld. Het college vindt vooralsnog zelf dat het de Staten 'zorgvuldig, oprecht en toereikend' heeft geïnformeerd . Vooralsnog noem ik het om de tuin leiden op een cruciaal dossier waar de staten bijna een jaar over hebben gedebatteerd.

Is Essent nu toch verkocht? Als de Staten van Brabant deze gang van zaken en het nieuwe contract afwijzen vervallen ook de overwegingen op basis waarvan het nieuwe besluit is genomen. Dan blijft het besluit tot niet verkopen van Essent fier overeind. De Staten moeten niet buigen voor deze vorm van powerplay van het college. De koers is nog niet gelopen.

Hermen Vreugdenhil

« Terug

Archief > 2009 > mei

Geen berichten gevonden