De dorpsmolen draait voor ons allemaal! Initiatiefvoorstel voor energievoorziening in handen van lokale gemeenschap

dorpsmolenvrijdag 25 maart 2016 07:07

Behoefte aan regie
Deze week verscheen in opdracht van branchevereniging NWEA en een groep milieuorganisaties een rapport over de rol van de overheid rond de bouw van windmolens. De conclusie was niet mis te verstaan: De overheid neemt onvoldoende regie bij de bouw van windparken en communiceert te weinig met omwonenden. Rijk en provincie houden zich afzijdig, gemeenten zijn vaak incompetent. Daardoor voelen burgers zich niet serieus genomen. En dat terwijl diezelfde overheid heeft besloten dat er in 2020, verspreid over de provincies, windmolens met een gezamenlijk vermogen van 6.000 Megawatt moeten staan. Brabant staat aan de lat voor 470,5 Megawatt opgesteld vermogen. Hoe doorbreken we deze patstelling?

Maak inwoners en bedrijven mede-eigenaar
De oplossing is even helder als noodzakelijk: betrek als overheid inwoners en lokale bedrijven bij de ontwikkeling én exploitatie van windmolens. Zorg ervoor dat de stroom en het financieel rendement maximaal ten goede komen aan de lokale gemeenschap. Dat kan door inwoners en bedrijven in de gelegenheid te stellen mede-eigenaar te worden van windmolens, liefst in de vorm van een energiecoöperatie.

Energietransitie is ook sociale innovatie
Van belang hierbij is dat overheden, Rijk, provincie en gemeenten, de transitie van fossiele naar groene stroom niet louter als een technische aangelegenheid zien. De ene windmolen is de andere niet: Een windmolen in handen van de lokale gemeenschap biedt namelijk niet alleen draagvlak, maar zorgt er ook voor dat het financiële rendement dat anders naar een externe ontwikkelaar gaat, landt in de lokale economie. Deelname van omwonenden en omliggende bedrijven versterkt zo het gemeenschapsgevoel en de sociale veerkracht in dorpen, wijken en steden. Bovendien geeft een eigen windmolen de lokale samenleving de gelegenheid om met het rendement te investeren in nieuwe duurzame energieprojecten, bijvoorbeeld op het gebied van energieopslag en –besparing. Zo wordt bijgedragen aan een lokale circulaire energiehuishouding die toekomstbestendig is.

Financieel rendement is aanzienlijk
Een gemiddelde windmolen die met behulp van de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE+) wordt ontwikkeld, heeft gedurende de looptijd van de windmolen een rendement op het geïnvesteerde vermogen van een kleine 2 mln. Euro. Omdat een molen in handen van de lokale samenleving stroom aan zichzelf levert hoeft er geen handelsmarge op de prijs te worden betaald. Bovendien blijft een molen na afschrijving gemiddeld nog een jaar of tien draaien. De prijsbesparing die dat gedurende 25 jaar oplevert is bij elkaar nog eens zo’n 2 mln. Euro. Eén windmolen brengt de lokale samenleving dus in totaal zo’n 4 mln. Euro op.

Dit bedrag kan evenwel drie keer zo hoog worden wanneer een windmolen met de Regeling Verlaagd Tarief (RVT), ook wel postcoderoosregeling genoemd, wordt ontwikkeld. Het voordeel van dit model is gelegen in het feit dat in het huidige belastingstelsel de kleinverbruiker relatief veel energiebelasting betaald. Doordat deze belasting en de Btw hierover met de RVT komt te vervallen, valt in dit model het rendement navenant gunstig uit voor huishoudens en overige kleinverbruikers. Een windmolen ontwikkelt onder deze regeling, behoudt zo’n 12 mln. Euro aan koopkracht in de lokale samenleving.

Een bijkomend voordeel van het ontwikkelen van een windmolen in eigen beheer is dat ook gas gunstiger kan worden ingekocht. Er zijn inmiddels leveranciers die in deze situatie gas tegen groothandelsprijzen leveren. Dit levert voor de deelnemers aan de windmolen een gezamenlijke besparing op van zo’n 7 mln. Euro. over de economische looptijd van de molen.

Alles bij elkaar levert één windmolen, waaraan zo’n 2.000 huishoudens kunnen deelnemen, naar schatting tussen de 11 en 19 mln. Euro op voor de lokale samenleving. Schalen we dat op naar Brabant, waar de afgesproken 470,5 Megawatt opgesteld vermogen correspondeert met zo’n 150 windmolens, dan gaat het om een besparingspotentieel van tussen 1,65 en 2,85 mld. Euro over een periode van maximaal 25 jaar. Een mooi bedrag ter versterking van Brabantse samenleving!

Op naar de dorpsmolen!
Om er voor te zorgen dat de windmolens die vanaf nu in Brabant worden ontwikkeld van en voor de Brabanders worden, beeldend verwoord, dorpsmolens worden voor de lokale gemeenschap, zullen provincie en gemeenten wat ons betreft de volgende maatregelen moeten nemen:

  • Zet als provincie maximaal in op de ontwikkeling en exploitatie van duurzame energieprojecten in handen van burgers en bedrijven (MBK); richt je in eerste instantie op gebruik van de Regeling Verlaagd Tarief (RVT) en pas in tweede instantie, wanneer RVT geen optie is, op de regeling Stimulering Duurzame Energie (SDE); faciliteer hierbij wanneer nodig de oprichting en ontwikkeling van energiecoöperaties;
  • Zorg ervoor dat grondposities met voorrang beschikbaar komen voor collectieve opwek;
  • Maak het ruimtelijk mogelijk dat ieder dorp in de eigen stroomvoorziening kan voorzien;
  • Maak het mogelijk dat energiecoöperaties ontwikkelkosten kunnen financieren zodat bouwrechten lokaal blijven;
  • Financier het risicodragend vermogen zodanig dat inwoners en bedrijven ook later in exploitatie kunnen deelnemen;
  • Lobby bij het Rijk voor de status van Dienst Algemeen Economisch Belang (DAEB) voor energiecoöperaties vanwege hun publieke functie, vergelijkbaar met die van woningcorporaties.

Initiatiefvoorstel Energie voor Brabant
Energie-gedeputeerde van Brabant, mevrouw Spierings, heeft onlangs de Uitvoeringsagenda Energie uitgebracht. Hoewel de agenda getuigt van de ambitie om echt werk te maken van de energietransitie in Brabant, dienen wij een initiatiefvoorstel in gericht op het maximaal betrekken van burgers en bedrijven bij lokale duurzame energieprojecten. Ons voorstel gaat verder dan alleen de opwek van duurzame energie via windmolens. Het behelst alle vormen van opwek van duurzame energie (zon, wind, water, geothermie en biomassa) evenals de opslag van energie als ook projecten op het gebied van energiebesparing. In veel gevallen zijn dezelfde regelingen van toepassing als voor de opwek van groene stroom middels windmolens. Vergelijkbare rendementen zijn ook op die projecten van toepassing. In die zin dient het beeld van de dorpsmolen voor ons als symbool voor een groene energievoorziening die in handen is van de lokale gemeenschap en daarin de sociale samenhang en economische kracht versterkt. Het initiatiefvoorstel Energie voor Brabant brengen we in bij de behandeling van de Perspectiefnota en de Uitvoeringsagenda Energie. Met de gedeputeerde en andere fracties wordt het voorstel besproken om te bezien op welke manier het de voorstellen van het College kan versterken.

 

« Terug

Archief > 2016 > maart

Geen berichten gevonden